Categorieën
← Alle verhalen

Bodemvondsten aaneengeregen: het verhaal van twee rijgnaalden uit Friesland

friesland

Het kan vreemd lopen. Twee zussen, wonend in Friesland eind 16e eeuw, beide in het bezit van een zilveren rijgnaald. Twee detectorzoekers, eveneens wonend in Friesland, vinden in de 21e eeuw onafhankelijk van elkaar een bijna identiek voorwerp. Hieronder volgt het bijzondere verhaal van twee rijgnaalden die na ruim 400 jaar weer samenkomen.

De vondsten

In het voorjaar van 1993 gingen vader en zoon Jurjen Bloem op pad met de detector. Ze zochten op een akker waar ze nog niet eerder waren geweest. Al snel dienden de eerste vondsten zich aan: wat duiten en een zilveren muntje. Niet veel later haalde vader Bloem een kromgebogen stuk zilver met een rond oog uit de grond. Na het schoonmaken bleek er een tekst op te staan: Trin Piters W 1598; ze hadden een prachtige zilveren rijgnaald in handen!

Vele jaren later, in 2017, bezocht docent Peter van der Meij in het kader van een project met zijn schoolklas een terp. Eén van de leerlingen zwaaide wat met de detector en trok een zilveren object uit de klei; het bleek een rijgnaald met een afgebroken hoekig oog te zijn met daarop de tekst: Riens Piters DO 1596. Peter kreeg de rijgnaald van de leerling cadeau bij het halen van zijn examen.

Meer dan een naald

Het graveren van zilveren rijgnaalden lijkt een typisch Friese traditie. Wat opvalt is dat rijgnaalden alleen namen dragen van vrouwen die vaak verkort werden weergegeven. Zo zou de naam Riens op Rienskje kunnen duiden en Trin op Tryntsje of Trynke. Soms staat er op rijgnaalden achter de naam een letter ‘D’, wat mogelijk voor ‘Dochter’ staat. Het ‘DO’ op de naald van Riens Piters zou daar ook naar kunnen verwijzen. Wat de ‘W’ op de naald van Trin Piters betekent is niet duidelijk. Riens en Trin waren vermoedelijk zussen, waarbij Riens één of twee jaar ouder was dan Trin.

Uit onderzoek naar de combinatie van de inscripties op de naalden en de data uit de archieven kunnen we opmaken dat de jaartallen op de naalden verwijzen naar het 11e of 12e leefjaar van de vrouwen.  Eind 16e eeuw werden meisjes op deze leeftijd al beschouwd als vrouwen. De rijgnaalden van Trin en Riens Piters werden mogelijk gegeven als overgang naar het volwassen leven en als onderdeel van de uitzet.

Herenigd

Noem het toeval of niet maar in 2020 komen Jurjen Bloem en Peter van der Meij elkaar tegen op één van hun zoekvelden, ze kennen elkaar niet. Al pratende over hun vondsten blijken ze een bijna identieke rijgnaald te hebben gevonden met bijna dezelfde naam en bijna hetzelfde jaartal op nog geen 10 km afstand van elkaar…

Deze vondsten zijn geregistreerd in Portable Antiquities of the Netherlands: PAN-90298 en PAN-90358.

Bronnen

Klaas R. Henstra en Alexander Jager (1996). Opgravingen in Tytsjerksteradiel. Stichting Streekmuseum Tytsjerksteradiel (Burgum).

Margot Daleman (2021). Archeologische Kroniek van Fryslân over 2019 en 2020. Portable Antiquities of the Netherlands (PAN). Ontwikkelingen en vondsten uit het afgelopen jaar belicht. In: De Vrije Fries, deel 101, pp. 176-179.

https://www.walmar.nl/inscripties.asp Rijgnaald met gravering Riens Piters DO 1595 (of 1596): boeknummer 9697, rijgnaald met gravering Trin Piters W 1598: boeknummer 9700.

Bijdragers

PAN regiocoördinator Noord

Margot Daleman

Dit is een verhaal van

Wat heb jij gevonden?