In een bergje uitgegraven grond bij werkzaamheden in Vreeland vond hobby-archeoloog Kees Beelaerts van Blokland een stuk aardewerk. Een soort deksel met op de onderkant ingekraste lijnen. Het bleek een voorwerp dat we kennen als een vuurdomper, en die lijnen? Dat zijn misschien wel bezweringstekens, zegt archeoloog Anton. Hij vertelt ons meer in deze aflevering van Vondst van de Schervendokter.
Een ongeglazuurd versierd stuk aardewerk. Lijkend op een deksel met een grote knop bovenop. Kees Beelaerts van Blokland bracht deze vondst bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. Daar werd duidelijk wat het stuk aardewerk precies was dat hij vond bij graafwerkzaamheden aan de Bergseweg 28 in Vreeland: een zogeheten middeleeuwse vuurdomper of vuurdover. Daarmee kon men smeulende houtresten uitdrukken van een haardvuur.
In die tijd had de haard – die zowel gebruikt werd om op te koken als voor verwarming – nog een centrale plaats in het huis. Een vuurdomper was een zeer belangrijk voorwerp om vonken en brand te voorkomen, want een woonhuis- en inboedelverzekering kende men vroeger nog niet. De datering van vuurdovers loopt uiteen van circa de 12de tot in de 16de eeuw, misschien zelfs 17de eeuw. De meer rijkversierde en geglazuurde exemplaren zijn daarbij vaak wat jonger. Het iets meer simpel uitgevoerde exemplaar, zoals uit Vreeland, dateert vermoedelijk uit ongeveer 1400. De vondst is ook een aanwijzing voor vermoedelijk oudere, middeleeuwse bewoning op deze plek.
Duurzame les
Onder archeologen bestaat nog wel wat discussie of de vuurdover niet ook als deksel heeft gediend. Dit zóu kunnen, aangezien het as van de vuurplaats vaak in een ingegraven pot werd verzameld. Vondsten van potten en deksels uit onder meer een opgraving in de Zilverstraat 6-10 in Utrecht lieten echter zien dat de opening van een haardpot soms groter was dan de vlakbij gevonden deksel, zodat de vuurdover vermoedelijk niet zal zijn gebruikt om de pot mee af te sluiten. Ook lijken de rijkversierde dovers meer op een huissierraad dat gezien mocht worden, bijvoorbeeld wanneer gasten rond de haard zaten.
Tot slot worden ook veel vuurdovers gevonden die aan de randen flinke slijtagesporen hebben. Deze lijken niet erg geschikt om potten mee af te sluiten. Hiermee komt een tweede, zeer duurzame functie van de vuurdovers in beeld: het fijnmalen (wrijven) van as. As uit een haard werd namelijk gebruikt in het huishouden, voor zowel schuurmiddel als om mee te wassen. Het werkzame bestandsdeel is namelijk kaliumcarbonaat, oftewel potassium – de verlatijnse vorm van (haard)potas. Kortom, de middeleeuwse boerderijbewoners uit Vreeland, gooiden niets zomaar weg, zelfs geen haardas. Destijds had het een praktisch nut, nu een mooi duurzaamheidsvoorbeeld uit het verre verleden waar we wat van kunnen leren.
Bezweringstekens?
Bijzonder zijn ook de aan de onderzijde ingekraste lijnen op de vuurdover uit Vreeland. Dergelijke lijnen schijnen huismerken danwel bezweringstekens te zijn tegen ‘de boze’ of ‘het kwade’, die vaker op of onder de vuurdover werd aangebracht door de gebruiker. Vaak in de vorm van een kruis of ster. De vermoedelijk (bij)gelovige boerderijbewoners hoopten mogelijk met het aanbrengen van de tekens aan de onderzijde hun doofwerk kracht bij te zetten en zo een uitslaande brand te voorkomen. Een onvermoed en bijzonder kijkje in het middeleeuwse boerenlandleven, wat ook wel wordt aangeduid met ‘immaterieel erfgoed’ – evenals gebruiken, tradities, dans en muziek. Tot slot verdween met het doven van het vuur door de vuurdomper óók het licht en de warmte in een huis. Vandaar ook de uitdrukking: ‘dat is een domper op de feestvreugde’! Hoe vaak zal deze in Vreeland zijn gezet?
Deze vuurdover is geregistreerd in Portable Antiquities of the Netherlands: PAN-00088827.
Bronnen
Cruysheer, A. (2006), Curieuze Vuurdomper uit Vreeland, in: Naerdincklant Jaarboek 2005 (22).
Dorgelo, A. (1959), in: Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, jrg. 9. Middeleeuwse versierde aardewerkdeksels (119-138).
Klück, B. (1983) Zilverstraat 6, 8 en 10, in: T.J. Hoekstra (red.), Archeologische en bouwhistorische kroniek van de gemeente Utrecht over 1982, Maandblad Oud-Utrecht 3 (140-142).
Ook iets gevonden?
Iedereen die een archeologische vondst doet, is wettelijk verplicht dit te melden. In Utrecht kan dit bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. Je helpt zo niet alleen mee de geschiedenis van de provincie in kaart te brengen, onze experts vertellen je bovendien graag meer over de achtergronden van je vondst.
Bijdragers
Manager Erfgoed Landschap Erfgoed Utrecht
Anton Cruysheer