De nadagen van het Romeinse Rijk worden vaak weggezet als een periode van achteruitgang en politieke onrust, maar de archeologie laat ons een ander beeld zien, namelijk dat de Lage Landen tamelijk welvarend waren. Deze gouden hanger, gevonden in de buurt van de Kromme Rijn, geeft ons een blik in die wereld. Aspirant-archeoloog Lennart de Bakker vertelt ons meer in deze aflevering van ‘Vondst van de Schervendokter’.
Lang nadat de Romeinen onze contreien hadden verlaten, bleven rijkversierde en gouden voorwerpen als munten, sieraden en mantelspelden in omloop. Daaruit blijkt dat het Utrechtse gebied een bestendige welvaart kende, evenals lange periodes van vrede en onderdeel uitmaakte van een wijdverspreid handelsnetwerk. Deze elegante vierkante gouden hanger met steen van nog geen twee centimeter past binnen dit beeld. Deze hanger is gevonden in 2017, samen met andere vondsten uit de Laat Romeinse tijd (270-450) en de Merovingische periode (ca. 400-700). Hoe is deze hanger hier in de grond terecht gekomen, van wie was dit sieraad en zijn er vergelijkbare objecten bekend?
Langs de Kromme Rijn
Om daar achter te komen, reizen we terug naar het gebied van de Kromme Rijn, naar het begin van de Vroege Middeleeuwen. Eeuwenlang vormde de Kromme Rijn de grens van het Romeinse Rijk. Vanaf de 4de eeuw kregen onze contreien te maken met verschillende nieuwkomers uit het oosten, waaronder de Franken, Friezen en de Saksen. Rond het jaar 500, was de limes slechts een schim van zijn voormalige glorie, waaraan overblijfselen van Fort Fectio en de Romeinse weg herinnerden. In de loop van de 6de en 7de eeuw ontwikkelde de Kromme Rijn zich tot een belangrijke handelsroute tussen de opkomende handelsnederzetting van Dorestad (Wijk bij Duurstede) en wat zou uitgroeien tot de stad Utrecht.
Langs deze route, rond Odijk, treffen we onze gouden vierkante hanger, te midden van verschillende Laat-Romeinse munten en een rijkversierd riembeslag. Door archeologisch onderzoek weten we dat het gebied rond Odijk, ook bekend als een ‘woerd’ (een natuurlijke heuvel), de gehele vroege middeleeuwen bewoond is gebleven. Wellicht dat de hanger hier via handel terecht is gekomen, en dat iemand deze vervolgens heeft verloren? Aannemelijker is het scenario dat deze vondst afkomstig is uit een grafveld, aangezien de best bewaarde gouden objecten uit de Merovingische tijd meestal gebruikt zijn als grafgift.
Edelsmeedkunst
Deze hanger behoort tot de een sieradengroep die onder archeologen bekend staat als ‘Noordzee-ornamenten’. Kenmerkend voor deze hangers zijn de fijne bewerkingswijze van het goud en het typerende geribbelde ophang-oogje. Rondom de gehele Noordzee waren dit soort sieraden immens populair als relatiegeschenk of statussymbool. Zo kennen we vanuit het Friese terpengebied vele gouden voorwerpen die zijn voorzien van een soortgelijk geribbeld ophang-oogje. Zoals de muntschat van Wieuwerd, waarbij allemaal gouden munten zijn omgewerkt tot sieraden.
Naast het Utrechtse exemplaar zijn in Nederland nauwelijks soortgelijke vierkante hangers bekend. Het merendeel van alle Merovingische hangers is ovaal of rond van vorm. Een mooi voorbeeld hiervan is de hanger van Eelde die in Drenthe is gevonden. In Engeland kennen we de laat 7de-eeuwse ‘ketting van Desborough’ uit Northhampshire, die ons een goede indruk geeft hoe zo’n ketting in zijn volle glorie werd gedragen.
Vroegmiddeleeuwse mode
Mogelijk dat de Utrechtse hanger met steen ooit onderdeel was van een reliek of van een exorbitant versierde boekenkaft en later is omgewerkt tot sieraad? Gouden voorwerpen en sieraden waren zeer waardevolle statusobjecten. De gevonden Utrechtse gouden hanger had in die tijd vast goed gepast bij de collectie juwelen van invloedrijke vrouwen.
Omdat goud zeldzaam was, werden veel laat-Romeinse en Byzantijnse objecten hergebruikt of omgesmolten tot nieuwe sieraden of muntstukken. Daardoor is dit soort voorwerpen zeer zeldzaam. Dit maakt de hanger van Utrecht tot een bijzonder museaal object
De hanger is geregistreerd in Portable Antiquities of the Netherlands: PAN-00026976
Met dank aan: Alexander van de Bunt, Anton Cruysheer, Willy Piron, Marenne Zandstra, Annemarieke Willemsen en de vinder.
Bronnen
Nicolay, J. A. W. (2014). The splendour of power. Groningen: Barkhuis Publishing.
Wamers, E., & Périn, P. (2012). Königinnen der Merowinger. Regensburg: Schnell & Steiner.
Webster, L., & Backhouse, J. (1991). The making of England: Anglo-saxon art and culture, AD 600-900. London: British Museum Press.
Ook iets gevonden?
Iedereen die een archeologische vondst doet, is wettelijk verplicht dit te melden. In Utrecht kan dit bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. Je helpt zo niet alleen mee de geschiedenis van de provincie in kaart te brengen, onze experts vertellen je bovendien graag meer over de achtergronden van je vondst.
Bijdragers
Archeoloog
Lennart de Bakker