In 2015 deed een detectorzoeker ten zuiden van Utrecht een opmerkelijke vondst. Het bleek een mantelspeld te zijn in de vorm van een cicade, waarvan tot op heden nog nooit eerder één van dit type in Nederland is aangetroffen. Het ontrafelen van het mysterie achter deze bijzondere vondst begon wanneer de vinder in februari 2016 de cicade fibula meldt bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. In eerste instantie blijkt een goede determinatie niet voorhanden wegens gebrek aan vergelijkbare gedateerde archeologische contexten. Na een lange zoektocht door buitenlandse museumcollecties, vakliteratuur en specialisten lijkt de fibula te dateren uit de late 2e en 3e eeuw van de Romeinse tijd. In dit artikel zullen we duiken in de achtergrond en de vele vragen die achter deze opmerkelijke vondst verborgen liggen.
Na eeuwen in de grond te hebben gelegen, valt onmiddellijk op in wat voor opmerkelijke goede staat deze fibula verkeerd. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat het gaat om een vlieg of een bij. Schijn bedriegt, want we hebben hier te maken met cicade, ook wel bekend in de volksmond als een krekel. Bij een dergelijke vondst hoop je op een vlotte determinatie, die duidelijkheid geeft over bijvoorbeeld de datering, oorsprong en de achterliggende betekenis. Maar niks was wat het leek.
Bij vondsten van dergelijke insectfibulae is al gauw de link gelegd met mantelspelden uit de tijd van de volksverhuizingen, zoals het Frankische graf van Childerik (481 n.Chr.) in Doornik, het Oostenrijkse grafveld van Untersiebenbrunn, Merovingische fibulae en de komst van de Hunnen, Goten en de Alanen. Maar dat was hierbij allesbehalve het geval. De naaldconstructie onder de cicade, bestaande uit een spiraal aan een enkel oog en een dwarsgestelde naaldhouder in de vorm van een insectenpootje, wordt beschouwd als een typisch kenmerk van de Norisch-Pannonische provincies (Balkan) ten tijde van de Romeinse overheersing, tussen 170 en 300 na onze jaartelling.
Zeldzaamheid en oorsprong
In Nederland zijn maar vijf geregistreerd cicade fibulae bekend, waarvan twee afkomstig daterend uit de Romeinse tijd. Een andere vergelijkbare, maar kleinere cicade is aangetroffen in het Gelderse plaatsje Neerijnen. Hoewel in verschillende museale en particuliere collecties in binnen- en buitenland slechts enkele insectfibulae bekend zijn, is nog nooit een dergelijke cicade fibula van dit type in Nederland aangetroffen. Ook is dit type nog niet elders in Europa geregistreerd of in de vakliteratuur opgenomen. Kijkend naar de typologische kenmerken van deze vondst, lijkt het erop dat deze vondst niet in Nederland is vervaardigd, maar waarschijnlijk afkomstig moet zijn uit het gebied van de Balkan.
Ten tijde van de Romeinse overheersing van de Lage Landen, hebben door de tijd heen troepeneenheden afkomstig uit verschillende delen van Europa gestationeerd gelegen aan de Oude Rijn. Met name vanwege het feit dat de Romeinen constant bezig waren met het consolideren en uitbreiden van het Rijk, was de samenstelling van het leger door troepenverplaatsingen constant onderhevig aan vele veranderingen. Waar de hulptroepen in de 1e eeuw vaak afkomstig waren uit Gallië, de Mediterrané en Iberië, veranderde dit in de loop der tijd naar Brittanië, Germanië en het Donaugebied. Met name in de 2e eeuw waren aan de Rijn troepen gestationeerd met invloeden vanuit Brittannië en een sterk Balkan component. Dit is waarschijnlijk de manier waarop deze cicade fibula in Nederland is verzeild geraakt. Op stilistische gronden wordt een datering in de latere 2e of 3e eeuw vermoed. Tevens wordt de naaldconstructie beschouwd als een kenmerk van de Norisch-Pannonische provincies, hierbij kan je denken aan het hedendaagse gebied van West-Hongarije en de aangrenzende gebieden van Oostenrijk, Kroatië, Slovenië, Joegoslavië en Servië.
Vrouwendracht
Gedurende de Romeinse tijd werden cicaden in verschillende maten en soorten afgebeeld en vervaardigd. Jammer genoeg beschikken we over slechts enkele losse vondsten en zijn er geen archeologische gedateerde contexten voorhanden, waardoor een exacte chronologie niet mogelijk is. Hoewel deze mantelspelden in het Norisch-Pannonische gebied slechts sporadisch voorkomen, zijn ze in de rest van Europa een nog veel zeldzamere verschijning. Binnen deze trend past ook de gevonden cicade fibula in Utrecht. Daarnaast komen soortgelijke insectfibulae in Brittannië voor, waarschijnlijk als gevolg van contacten met soldaten afkomstig uit Pannonië (Noricum en Raetië).
Hoe deze cicade fibula in Utrecht terecht is gekomen en vervolgens verloren zal altijd wel een raadsel blijven. Gemakshalve kunnen we stellen dat dit sieraad eigendom is geweest van een soldaat die vermoedelijk afkomstig was uit Pannonië of het Donaugebied en hier aan de Rijn gestationeerd was. Wellicht behoorde deze mantelspeld wel niet toe aan een man, maar aan een vrouw. In de Romeinse tijd gebeurde het regelmatig dat vrouwen en kinderen meereisde met hun echtgenoot die diende in het Romeinse leger. Zij vestigde zich vervolgens in de nabijheid van de legerplaats. Bovendien was bij de Keltische stam van de Eravisci in Hongarije het dragen van cicadenfibulae een typisch onderdeel van de vrouwendracht. Uiteraard valt ook niet uit te sluiten dat deze vondst in onze contreien terecht is gekomen via handel of als souvenir meegenomen door terugkerende inheemse soldaten.
Symboliek
De Oude Grieken en later de Romeinen waren gefascineerd door cicaden. Sterker nog, ze schreven vele mythologische verhalen en gedichten die gewijd waren aan deze kleine zingende insecten. Hierbij moet je denken aan verhalen als ‘Eos en de roof van Tithenos’ en de cicade die Kitharaspeler Eunomos hielp om een muziekwedstrijd te winnen. In de antieke oudheid stonden deze insecten symbool voor heel veel belangrijke zaken in het leven, zoals seks, wederopstanding, dood en het bereiken van een spirituele extase.
Reconstructie
Bij nadere observatie van de cicade, valt onmiddellijk op dat de vleugels bestaan uit verschillende verdiepte cellen, waar nog steeds sporen te zien zijn van glaspasta of email. Oorspronkelijk waren deze cellen hier volledig mee gevuld. Email is een beschermlaag van gesmolten glas, wat werd aangebracht op metalen voorwerpen om deze te versieren. Het gebruik van email of glaspasta was in de Romeinse tijd niet alleen zeer gebruikelijk om mantelspelden mee te versieren, maar ook andere sieraden zoals kettingen, hangers en armbanden. Door gekleurde oxiden toe te voegen was men ook in staat om email in verschillende kleuren uit te voeren. Op enkele plekken tussen de vleugels zijn nog sporen te zien van rode glaspasta, maar het is zeker niet uitgesloten dat de cicade ook versierd was met andere kleuren.
Dank
Met dank aan: De vinder voor het ter beschikking stellen van zijn fibula voor dit artikel, Stijn Heeren van de Vrije Universiteit, Anton Cruysheer van Landschap Erfgoed Utrecht, Marenne Zandstra van de Radboud Universiteit, Friederike Naumann-Steckner van het Römisch-Germanisches Museum in Keulen en Christian Miks van het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in Mainz.
Deze vondst in aangemeld in PAN onder PAN-00026918
Stijn Heeren is coördinator van het PAN-project en is gespecialiseerd in fibulae. In deze podcast vertelt hij waarom het onderzoek naar fibulae belangrijk is en hoe het PAN-project daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren.
De reconstructietekening is gemaakt door Frederick van de Bunt
Meer lezen?
Wil je meer lezen over de details over de betekenis en symboliek achter deze vondst? Dat lees je in een uitgebreid artikel in nummer 3 van ‘Archeologie in Nederland’, verschenen in juli 2019.
Ook iets gevonden?
Iedereen die een archeologische vondst doet, is wettelijk verplicht dit te melden. In Utrecht kan dit bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. Je helpt zo niet alleen mee de geschiedenis van de provincie in kaart te brengen, onze experts vertellen je bovendien graag meer over de achtergronden van je vondst.
Bijdragers
Landelijk coördinator
Alexander van de Bunt