In 1916 kreeg het Provinciaal Utrechts Genootschap (PUG) een bijzondere schenking: een collectie van ruim 180 vuurstenen spitsen, klingen en andere artefacten. Niet afkomstig van een plek in de provincie Utrecht, maar uit Beekbergen, een dorpje aan de rand van de Veluwe ten zuiden van Apeldoorn. Wat doen al die niet-Utrechtse vondsten bij het Utrechtse PUG? En waar bestaat de collectie precies uit?
Het ‘Verslag van den Conservator der Verzamelingen van het Provinciaal Utrechts Genootschap’ uit 1916 biedt enkele verduidelijking. Hierin staat dat het museum van het genootschap in dat jaar is verrijkt met een belangrijke collectie: '…de zeer fraaie collectie vuurstenen werktuigen en wapendeelen, die door den Heer Dr. Schoute te de Bildt bereidwillig werden afgestaan'. Deze vondsten waren '…Gevonden op de Veluwe bij Beekbergen'. Dat roept vragen op: Wie was deze heer Schoute en waarom schonk hij zijn collectie aan het PUG en niet aan een museum in Gelderland?
Dokter Cornelis Schoute
Dr. Cornelis Schoute werd op 28 april 1874 geboren in Nijmegen en studeerde natuurkunde en meteorologie. Op basis van de geboorteakte van zijn zoon Rutger Schoute (1908-1983) verhuisde Cornelis samen met zijn vrouw Suzanna Maria van der Loeff (1876-1953) waarschijnlijk ergens tussen 1905 en 1908 naar ‘de Bildt’. De verhuizing vond vermoedelijk plaats vanwege de carrière van Cornelis: hij werd namelijk in deze periode adjunct-directeur van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in de Bilt.
Wanneer of met welke redenen Cornelis zijn behoorlijke collectie prehistorische artefacten van de Beekbergse Veluwe verzamelde is helaas niet duidelijk. De precieze vindplaatsen zijn ook niet bekend. Vond Cornelis ze daar zelf? Of had hij ze van iemand geërfd of gekocht? Het blijft grotendeels een raadsel.
Wel zijn de pijlpunten een mooi voorbeeld van de diverse oorsprongsgeschiedenissen van oude archeologische collecties zoals die van het PUG. Vele vondsten uit oude archeologische collecties van musea vandaag zijn sinds hun ontdekking al meerdere keren van eigenaar gewisseld of zijn ver verwijderd van hun originele vindplaats. Dit komt onder meer door schenkingen, objectruilen, afstotingen en aankopen die zeker in de 19de en 20ste eeuw op grote schaal voorkwamen.
Rond 1936 lagen de vuurstenen vondsten van Dr. Schoute samen met andere oudheden tentoongesteld in de PUG-zaal in het Centraal Museum. De PUG-collectiegids uit hetzelfde jaar stipt de vondsten kort aan met deze plaat | Foto: W. Hinrichs
Veluwse pijlpunten
Onder de Gelderse prehistorische artefacten van Cornelis Schoute zit een groot aantal goed bewaarde vuurstenen pijlpunten- of spitsen. Vuurstenen pijlpunten zijn niet exclusief Gelders: je kunt ze ook in de provincie Utrecht vinden, net als andere vuurstenen vondsten uit de prehistorie Ze worden veelal aangetroffen op oude zandgronden, zoals op de Utrechtse Heuvelrug of de heidegronden bij Soest. Archeologen onderscheiden de vondsten door de verschillende kenmerken van de pijlpunten te definiëren, zoals de vorm of de technieken die zijn gebruikt om het voorwerp te maken.
Een bekend type dat in deze collectie voorkomt is de pijlspits met zogenaamde weerhaken. Deze haken bevinden zich aan beide zijden van een ‘schachtdoorn’. De haken en doorn zitten aan de onderzijde van de spits en hebben meerdere functies. Ze zorgen namelijk voor een stevige plaats van de punt in de pijl, maar veroorzaken ook hevige bloedingen. Deze fijngemaakte tentvormige pijlspitsen werden geïntroduceerd tijdens de periode van de Klokbekercultuur, in het laat-Neolithicum. Dat is grofweg van 2.400 tot 1.900 voor Christus.
De pijlpunten uit deze collectie zijn over de hele oppervlakte heel precies bewerkt en scherp gemaakt door middel van kleine afslagen. Opvallend aan deze spitsen is dat ze een rechthoekige schachtdoorn en schuine, naar binnen aflopende weerhaken hebben. Dit is een typisch kenmerk voor vuurstenen pijlpunten uit de vroege- en midden Bronstijd.
Een aantal vuurstenen pijlspitsen met weerhaken uit de Schoute collectie | Foto: W. Hinrichs / Provinciaal Utrechts Genootschap
Een ander type dat we tegenkomen in de collectie, zijn de langgerekte ‘concave’ spitsen: dat zijn pijlpunten met een holle basis zonder schachtdoorn. Deze spitsen worden veelal gedateerd in de midden-Bronstijd. Net als de hiervoor genoemde pijlpunten is de oppervlakte van de hele spits bewerkt door middel van kleine afslagen. Opvallend bij deze spitsen is het materiaal van één van de pijlpunten. Deze is gemaakt van donkere hoornsteen, een steensoort verwant aan vuursteen.
Enkele vuurstenen concave spitsen van de Veluwe. De spits in het midden is een typisch ‘langgerekte’ variant. De kleine donkere spits (tweede van links) is gemaakt van zwarte hoornsteen | Foto: W. Hinrichs / Provinciaal Utrechts Genootschap
Tot slot is er nog de spits met botte puntvormige weerhaken en schachtdoorn. Dit exemplaar is een stuk dikker dan de eerder beschreven typen en is niet helemaal over het oppervlakte bewerkt; enkel langs de randen en bij de schachtdoorn. Dit type spitsen worden ook gedateerd in de vroege- en midden-bronstijd. Van deze pijlpunten is het bekend dat ze niet enkel op jachtpijlen zijn gebruikt, maar ook als wapen. Zo werd in het massagraf van Wassenaar een vergelijkbare spits aangetroffen tussen de ribben van één van de slachtoffers.
Een grove spits met diepe schachtdoorn die mogelijk nooit helemaal is afgemaakt | Foto: W. Hinrichs / Provinciaal Utrechts Genootschap
De pijl-en-boog in de prehistorie
Vuurstenen spitsen bestaan al heel lang. Resten van bogen en pijlpunten uit de vroege- en middensteentijd zijn al vaker aangetroffen. Ook in Nederland, zoals bij Emmerveen in Drenthe en in Hardinxveld-Giessendam en Schipluiden in Zuid-Holland. Vuursteen bleef tot en met het Neolithicum het favoriete materiaal voor deze wapens. Zoals eerder in dit verhaal al werd aangestipt bleven vuurstenen pijlpunten verrassend genoeg ook nog populair in de Vroege- en Midden Bronstijd, alhoewel men al metalen voorwerpen kon maken. Pas vanaf de midden-Bronstijd werden de pijlpunten langzaamaan vervangen voor bronzen exemplaren.
Bogen en pijlpunten werden ook als grafgift meegegeven aan overledenen, samen met andere schuttersvoorwerpen zoals polsbeschermers. Dit suggereert dat boogschieten een belangrijke bezigheid was in prehistorische samenlevingen. Pijl-en-boog werd niet alleen gebruikt in de oorlogsvoering, maar ook voor de jacht, sport en plezier. Het geeft ons een indicatie dat gemeenschappen tot ver in de Bronstijd niet enkel leunden op landbouw en veehouderij voor hun voedselbehoeften, zoals vaak wordt gedacht, maar zeker ook nog met pijl-en-boog jaagden voor het verkrijgen van voedsel.
Een reconstructie van ‘Cees’ met een boog en vuurstenen pijl, een man uit de late-steentijd gevonden in Aartswoud | Foto: Archeologiemuseum Huis van Hilde / Margareta Svensson, CC BY-NC-ND 4.0. Bewerkt door W. Hinrichs
Met dank aan Edwin van Hagen en Léon Coret voor hun hulp bij het onderzoek, en aan Geke Osinga en Wim Vercouteren voor het registreren van de vondsten in PAN.
De PAN-nummers van de vuurstenen pijlpunten verschijnen eind 2025.
Bronnen
- Archeologisch Depot Utrecht. (n.d.). Gemene weerhaakjes.
- Beek, van, R., Broeke, van den, P., & Willemse, N. W., Naar een agrarisch bestaan, in Verhaal van Gelderland: Gelderland voor het Gelderland werd (2022).
- Beuker, J., Een boogschutter in het moeras. Nieuwe Drentse Volksalmanak (2002).
- Beuker, J., Vuurstenen Werktuigen. Technologie op het scherp van de snede (2010).
- Broek, van den, A., Vuursteenen wapens en werktuigen, gevonden op de Veluwe bij Beekbergen (met een plaat), in Jaarverslag van het Provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen (1916).
- Hoorn, van, G., Gids door de verzameling van Nederlandsche en Romeinsche Oudheden van het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in het Centraal Museum te Utrecht, in Broekhoff NV. v/h Kemink en zoon - Over den Dom - Utrecht (1936).
- Louwe Kooijmans, L., The Early/Middle Bronze Age multiple burial at Wassenaar, theNetherlands, ANALECTA PRAEHISTORICA LEIDENSIA, 26, 1–20 (1993).
- Louwe Kooijmans, L., & Jongste, P. F. B. (Eds.), Schipluiden: A Neolithic Settlement on the Dutch North Sea Coast c. 3500 cal BC (2006).
- Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Zuid-Holland. Collectiestukken 371.
- www.rutgersvanderloeff.nl
- Vogelsang, W., Verslag van den conservator der verzamelingen van het Provinciaal Utrechts Genootschap, in Jaarverslag van het Provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. Provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen (1916).
Bijdragers

Archeoloog & PAN regiocoördinator Centraal (Utrecht)
Wouter Hinrichs
Dit is een verhaal van

Landschap Erfgoed Utrecht
Meer info →
Castellum Hoge Woerd
Meer info →
Gemeente Utrecht
Meer info →