Op 14 Juni werd er door Utrechts gemeente archeoloog Erik Graafstal en Drs. Maaike Wijnen, de voorzitter van het Provinciaals Utrechts Genootschap, in Castellum Hoge Woerd feestelijk een tentoonstelling over de PUG-collectie geopend. Deze is samengesteld door Sem van Horssen onder Constructing de Limes in samenwerking met Castellum Hoge Woerd. De tentoonstelling zal nog tot 15 september te bezichtigen zijn. De PUG-collectie is een enorme collectie archeologische artefacten, verzameld sinds 1841, die in 1995 werd overgedragen aan de gemeente Utrecht en wordt beheerd door de afdeling Erfgoed. Hij bestaat uit wel 15.000 artefacten; groot en klein.
De PUG-registratie is een projectonderdeel van Constructing de Limes. Wij, de vrijwilligers van de ArcheoHotspot, hebben op dit moment het geluk om in het ArcheoLab van het Castellum deze bijzondere collectie in de database PAN te mogen invoeren onder begeleiding van drie archeologen. Dit betekent dat we met enige regelmaat de meest mooie artefacten in onze handen krijgen. Natuurlijk zijn er ook saaiere spullen, zoals bijvoorbeeld stukjes onduidelijk metaal of een doos met allemaal dezelfde slingerkogels, maar daartussen vind je dan ineens een juweeltje.
Op een dag trof ik een schattig klein aristocratisch bronzen olielampje, bijna 13 cm lang, in de vorm van een voet in een sandaal. De sandaal heeft een geruit patroon op de hiel en een strikje houdt de riempjes bij elkaar. Het olielampje is inmiddels ingevoerd in PAN en ook gevalideerd, oftewel de invoering is goedgekeurd. En als je je dan in zo’n voorwerp gaat verdiepen komt er allerlei informatie tevoorschijn, waarvan ik drie onderwerpen uitlicht.
Het lampje is uit de 1e of 2e eeuw na Chr.. Wetenschappers schatten dat de uitvinding van olielampjes ergens tussen 15.000 en 12.000 v.Chr. moet hebben plaatsgevonden. Het had aanvankelijk de vorm van een schelp of schaaltje met dierlijk vet waarin een lontje werd gelegd. Modellen werden verbeterd en verfraaid en het dierlijke vet werd vervangen door olie. Dit lampje is gemaakt van brons.
© H. Meuwese
De lunula
Bijzonder is de lunula die achter de scharnier van het dekseltje zit. Als je de knoppen wegdenkt zie je er duidelijk een maantje in. Binnen de PUG-collectie zijn meer lampjes met een lunula.
Naast dat een lunula al van ver voor de Romeinen een vrij groot sieraad was voor om de nek, was het in de Romeinse tijd ook een amulet voor aristocratische meisjes tegen het boze oog. Zij kregen hem bij hun geboorte en moesten hem afstaan als ze gingen trouwen, tezamen met hun kinderkleren en hun speelgoed. De gemiddelde leeftijd waarop een meisje trouwde was tussen 12 en 15 jaar. Twaalf jaar en dan je speelgoed af moeten staan… Ook de jongens droegen in die tijd een amulet tegen boze krachten, een bulla, die bij het bereiken van volwassenheid ingeleverd moest worden. Wellicht was de lunula op dit lampje ook bedoeld tegen boze krachten.
De rechter voet
Voeten en schoenen werden al sinds de prehistorie in Noord Afrika, Azië en Europa gebruikt als symbolen ter bescherming tegen kwade geesten. Maar het gaat hier om een rechter voet… en ook daar steekt nog iets achter. Het Latijnse woord voor links is ‘sinister’; en ‘sinistre’ staat volgens mijn Latijnse woordenboek voor 1 ongunstig, 2 verkeerd, onjuist. Ons woord sinister, dat hier vandaan komt, klinkt ook niet echt gezellig voor zo’n lieflijk klein olielampje. Voor veel oude culturen was rechts goed en links slecht. Linksom werd over het algemeen slechts gebruikt als er een praktische reden voor is, zoals bijvoorbeeld wenteltrappen in middeleeuwse kastelen. Deze draaien linksom, opdat de naar beneden lopende kasteelridders met de rechter arm het zwaard dan vrijelijk konden gebruiken terwijl de ridders die de trap op moesten om het kasteel te veroveren daar dan geen ruimte voor hadden, òf ze moesten op het smalste stuk van de treden naar boven lopen, ehm… struikelen.
De tenen
Opvallend aan de voet zijn de tenen. Landen en werelddelen wordt een specifiek model voet toegewezen. De Egyptische en Griekse stijl in dit plaatje wil ik nog wel geloven, ze zijn zichtbaar in de kunst, maar of de andere acht ook serieus bedoeld zijn vraag ik me af.
Teenmodellen | bron: https://citymagazine.si
Bij ons olielampje kun je niet heel goed zien welke teen het langst is, maar de tweede teen ligt nog wat omhoog op de lontlegger. Ik denk dus dat het wel een Grieks model voet genoemd mag worden.
Vanuit de kunst is een Egyptische voet oorspronkelijk rechtlijnig gestileerd zoals ook de piramides, de reliëfs en fresco’s uit die tijd. Als je een voet gestileerd van de zijkant wil vormgeven is een Egyptische voet natuurlijk ook mooier, anders heb je van de buitenkant maar vier tenen en van de binnenkant steekt de tweede teen uit; dit is esthetisch minder verantwoord, zou ik persoonlijk zeggen.
Egyptische voet | bron: www.researchgate.net
Maar stijlen veranderen. Het rechtlijnige gestileerde verdween. De Grieken gaven een langere tweede teen de voorkeur. Misschien had de al ontdekte geometrische Gulden Snede er iets mee te maken, maar misschien wilde men gewoon een speelsere of meer romantische kunststijl na dat strakkere. De Romeinen namen in elk geval naast veel goden ook de langere tweede teen van de Grieken over en tot zelfs in de Renaissance bleef dit model voet in kunst gehandhaafd.
De Venus van Milo van Botticelli | bron: Atlas Obscura
Medisch gezien kan een Griekse voet echter ook op een groeiprobleem wijzen. De kleiner gebleven grote teen kan een medische oorzaak hebben. Men noemt dat een ‘Morton’s toe’.
Tot zover mijn zoektocht waarin ik weer door experts op weg geholpen en gehouden ben in het doolhof van archeologie en geschiedenis.
Met dank aan Judith Schuyf, Léon Coret (PAN en Universiteit Utrecht) en Wouter Hinrichs (PAN en Landschap Erfgoed Utrecht). En ook dank aan ArcheoHotspots die mij de gelegenheid gaf tot dit artikeltje.
Bijdragers
Vrijwilliger en planner
Hanneke Meuwese